Mandefjild | Mandeveld Bakkeveen - 8 km
Archeologisch recreëren
We zijn een beetje laat vandaag. Vanochtend gingen we bij vrienden in Groningen op bezoek en wilden vanmiddag wandelen in het Mandeveld bij Bakkeveen. Maar we hadden ons slecht voorbereid op de route erheen en bij onze vrienden zat het ook wel gezellig. Na wat heen en weer rijden komen we bij een boerderij van It Fryske Gea en daar parkeren we de auto.
We hadden al bedacht dat we de archeologische route wilden volgen maar bij het routebord aangekomen zien we dat dat vanaf dit punt niet mogelijk is. Nou ja, het kan wel maar dan wordt het wel een heel lange route en gezien het tijdstip, bijna half drie, lijkt ons dat niet verstandig. Leuk is wel dat we hier de schapen zien staan, die het gebied regelmatig begrazen. We rijden nog een eindje door en komen bij de juiste ingang van het natuurgebied.
Er zijn verschillende routes te volgen via bruine, rode, groene en paarse paaltjes. De archeologische route is uitgezet middels paarse paaltjes. Het is even zoeken maar dan gaan we het hek door en lopen we over een weg die al heel oud is. Het was vroeger de route van Friesland naar Drenthe. Door het ‘verkeer’ in die tijd verstoof het zand zodat de wallen hoger werden en de weg dieper kwam te liggen, namelijk op het veen. Prachtig is het hier, ruig, heide, gras, een enkele boom en hier en daar een plas water.
Maar van paarse paaltjes geen spoor. Moeten we nu het brede spoor volgen of kunnen we het zijpad inslaan. We vragen het voorbijgangers, zij komen vanuit Bakkeveen lopen. Zij hebben ook geen paarse paaltjes gezien. We besluiten om nog een stuk rechtdoor te lopen.
van grauw naar een mooi tafereel
We komen nu in een bos. Het wandelpad ligt bezaaid met gevallen bladeren. We waden door die kleurenpracht heen. De laan is lang en als er een zijpad komt besluiten we die in te slaan. Plotseling lijkt het alsof we in een andere wereld zijn. Weg kleurenpracht, niets dan grauwe gronden en kale bomen met veel dode takken op de grond. Naargeestig gewoon. We volgen het pad naar links en verwachten eigenlijk dat we nergens uitkomen maar dat het pad eindigt in het bos. Dan verschijnt er onverwacht een prachtig tafereel. Zachte zonnestralen schijnen door dennentakken op het groene mos. We blijven verwonderd staan, het is maar een heel klein stukje maar zo duidelijk anders dan dat we hiervoor gezien hebben.
Het is even zoeken om een pad maar wat platgetrapt gras doet ons besluiten onze voetstappen daar aan toe te voegen. Het is maar een kort stukje en dan lopen we door een klein open gebied met heide, omzoomd door bomen. Zo in de luwte van de bomen is het ook niet zo koud, want de wind is best guur.
We komen bij een hek, waar een bord aangeeft dat we nu Staatsbosbeheergebied betreden. We bedenken dat het mooi is dat deze gebieden samen beheerd worden en ook beide toegankelijk zijn voor wandelaars en fietsers, want mountainbikers komen we regelmatig tegen. Het is verbazingwekkend hoe handig die zijn met een hekje!
We lopen weer door een bosachtig stuk, de paarse paaltjes zijn we allang vergeten, meestal zien we een andere kleur. Afijn, we hopen er het beste van en lopen lekker.
van het pad af
Een beetje overmoedig geworden van onze durf, nemen weer een zijpad. Uiteindelijk vinden we niet echt meer een pad maar gaan gewoon maar rechtdoor over de met grond bezaaide takken. Er wordt dan ook een beetje vreemd naar ons gekeken als we zo vanuit het bos het pad weer opstappen.
Maar onze overmoed wordt daarna snel bestraft. We slaan een pad in maar moeten na een minuut of vijf terugkeren op onze schreden, we gaan of het gebied uit of we moeten langs het hek lopen maar daar is geen pad. Dus doen we waar we een verschrikkelijke hekel aan hebben namelijk hetzelfde pad teruglopen.
We volgen dan maar het grote pad en kiezen maar weer eens voor een hek. Na een flink stuk door het bos komen we bij een zandverstuiving. We verbazen ons nogmaals over de verscheidenheid aan natuurpracht in dit gebied. Voor elk wat wils. Allerlei dieren- en plantensoorten bevolken deze gronden. Het schijnt dat hier meer dan 250 soorten paddenstoelen voorkomen. We volgen het zandpad dat enigzins omhoog loopt en komen aan bij een bankje. Het staat nogal op hoge poten en we voelen ons net kabouters als onze voeten de grond niet meer kunnen raken als we gaan zitten. De wereld die we voor ons zien is nauwelijks in woorden uit te drukken. Het zand, de heide, de struiken, bomen, alles heeft behalve zijn natuurlijke kleur ook een zachtrodegloed gekregen door de dalende zon. In dit gebied leefden lang geleden, na de vierde ijstijd rendierjagers. Zouden zij ook oog hebben gehad voor natuurschoon of was hun blik alleen op rendieren gericht? Hier woonden zij in tenten van rendierhuid en leefden wat het dier hen bracht. En als het te koud werd trokken zij weer zuidwaarts.
Verderop ligt een pingo-ruïne maar we durven het niet meer aan om het gebied verderweg van de auto te bewandelen, de zon daalt snel.
We lopen nog een stukje door de zandverstuiving en gaan het gebied uit door alweer een hekje. We zijn weer in het bos maar het pad dat we volgen gaat de verkeerde kant op en de tijd dringt. De zon is inmiddels onder en we schatten dat we nog hooguit een half uur hebben om de auto te vinden. Achter een ruig stuk terrein waarop hooglanders grazen zien we een weg. We besluiten om dit gebied over te steken. Zonder kleerscheuren bereiken we het grote hek dat het gebied afsluit. Een klim en een sprongetje en we staan op een geasfalteerde weg.
We overleggen welke kant we opmoeten, links of rechts. Volgens ons gevoel is het links maar zeker weten doen we het niet. In ieder geval leidt de weg ergens heen. Mochten we al van de auto aflopen dan kunnen we altijd nog met een taxi weer terug.
Na een kleine kilometer komen we langs een parkeerplaatsje met, gelukkig voor ons, een bord. We zitten op de goede weg en gaan door. We nemen zelfs nog een slingerpaadje door het bos omdat dat niet om is, maar uiteraard mooier dan de geasfalteerde weg.
oorlogsmonument
Langs dit pad is ook een monument dat herinnert aan de executie van verzetsstrijders uit de Tweede Oorlog. Nog zo’n anderhalve kilometer te gaan. De natuur wijzigt hier niet meer, de kleur inmiddels wel, het schemert. De auto vinden we waar hij hoort te staan en we bekijken nog eens het routebord om te achterhalen waar we langs zijn gegaan. We zijn het erover eens dat de kleuren van de paaltjes erg verwarrend zijn in het gebied en dat we de beloofde paarse paaltjes nergens gezien hebben. Maar we komen terug naar het Mandeveld daar zijn we zeker van!
informatie Mandefjild
Het natuurgebied wordt beheerd door It Fryske Gea en door Staatsbosbeheer. Het ligt ten Noordoosten van Bakkeveen op de grens van Drenthe en Friesland. Er is toegang via verschillende punten. Er zijn verschillende routes die gemakkelijk met elkaar te combineren zijn zodat men zowel op zondagmiddag even de benen strekken kan alswel een zwerftocht van een dag kan maken. Doe dit dan vroeg of op een doordeweekse dag want het gebied is erg populair.
Het gebied is vrij toegankelijk via wandel- en fietspaden. Er zijn verspreid over het gebied bankjes en picknicktafels.
geschiedenis Mandefjild
Het Mandeveld heeft een rijke historie en heeft niet voor niets een archeologische route. Er zijn vondsten gedaan uit de Hamburgcultuur, van 13.000 tot 10.500 voor Christus. Rond deze tijd werd het klimaat warmer in deze streken en ontstonden er bosjes en struikgewas waar kuddes wilde paarden en rendieren konden leven. Rendierjagers sloegen hun tenten op bij plassen en rivieren en met speren en pijlen, gemaakt van hout en steen sloegen zij hun slag. Alles van de rendieren werd gebruikt, de huid, het vet, het vlees, de beenderen.
Uit de late steentijd zo’n 3.500 tot 4.00 jaar geleden stammen de grafheuvels. In die tijd ging men over van het jagen en verzamelen naar akkerbouw en het weiden van kudden. Doden werden begraven in hunebedden en later in grafheuvels. In deze grafheuvels op het Mandeveld werden naast overblijfselen van mensen ook bijvoorbeeld vuurstenen bijltjes uit die periode gevonden.
De pingo-ruïne, de Harmsdobbe genaamd, stamt zelfs uit de laatste ijstijd die duurde van ongeveer 100.000 -10.000 jaar geleden. Pingo’s (heuvels) ontstonden doordat het ijs niet overal door de permanent bevroren ondergrond kon wegzakken. Het ijs duwde de bovenliggende grond omhoog en zo ontstonden er ijskernheuvels. De Harmsdobbe bevat water maar sommige pingo’s staan ook droog.
verschillende gebieden
landweer
Een speciaal gebied voor It Fryske Gea want het is het eerste gebied dat zij onder hun beheer kregen. Het werd in 1930 geschonken door Jarich van der Wielen. Het is een oude verdedigingswal uit de vijftiende eeuw. Er is nog een kilometer van over maar deze linie was oorspronkelijk veel langer. De landweer is vooral begroeid met berkenbomen.
heide van Allardseach
Door verkeer van vroeger is hier de weg tussen Friesland en Drenthe uitgesleten tot op de leemlaag. Het verstoven zand is langzamerhand vastgelegd door begroeiing, vooral veel struikheide. Hier en daar ziet men een vrijstaande berk of een grove den die prachtig afsteekt tegen de lucht. Het is een open gebied waar bijvoorbeeld de levenbarende hagedis in voorkomt. Vroeger zag men hier regelmatig een adder, maar met het toenemen van de recreatie nam hun aantal af.
bakkefeansterdunen
Een kaal, zanderig gebied omzoomd met bomen. In de zandvlakte staat een prachtige eik waarvan de wortels zijn bloot komen te liggen door de zandverstuivingen. Boven op een duin is het gebied met glooiende heideheuvels goed te zien. Het Fryske Gea maakt melding van maar liefst veertien soorten Bekertjesmos, waaronder enkele bedreigden.
harmsdobbe
Dit is een pingo-ruïne uit de laatste ijstijd. Het is een gebied waar een verscheidenheid aan planten en dieren voorkomt, zoals Slangewortel, dat in Friesland zeldzaam is. Hier groeit ook de cranberry. In het water van de dobbe leven larven van verschillende libellen.
ald Bakkefean
Dit is een bosgebied met rechte lanen met verschillende boomsoorten zoals Amerikaanse eik, Beuk en naaldbomen. Het bos is een broedgebied voor diverse vogelsoorten, waaronder spechten die zwakke bomen uitzoeken om hun hol in uit te hakken.
Staatsbosbeheer
In het midden ligt het gebied van Staatsbosbeheer dat bestaat uit bos en heide met een plas, de Poepedobbe.Veel van de bossen zijn aangeplant in werkverschaffing. Mandeveld betekent: gezamelijke heide. De poepedobbe werd vroeger ook wel gebruikt als asiel voor planten die elders verloren dreigden te gaan tijdens de ontginningswoede in de jaren dertig.
Aan de Mjûmsterwei ligt de boerderij van Staatsbosbeheer waar de schapen en Exmoorpony’s hun uitvalsbasis hebben. Ook Schotse Hooglanders worden ingezet voor het begrazen van het gebied.
Paddestoelen. Voor de liefhebber is het Mandeveld een waar paradijs. Er zijn meer dan 250 soorten bekende en minder bekende paddestoelen geteld.
toekomst
In de toekomst wil men het Mandeveld uitbreiden met omliggende landbouwgronden, daardoor ontstaan er extra mogelijkheden. Belangrijk is daarbij de verbinding tussen de verschillende gebieden zodat dieren zich vrijelijk kunnen bewegen in alle tereinen. Door de grote aantrekkingskracht van dit uitgebreide gebied op wandelaars, fietsers en dagjesmensen is het belangrijk een goed evenwicht te vinden waarbij mensen kunnen recreëren zonder dat er planten- en diersoorten verdwijnen.
Wandeling Mandefjild
Met verhaal, kaart, foto’s en achtergrondinformatie.
Bakkeveen, Friesland 8 km.
Mandefjild
Karakteristieken
Zandverstruiving, bos, heidevelden en dobben.
Bijzonderheden
Archeologische wandelroute.
Rijk paddestoelengebied.
Grootte
357 ha.
Ligging
Gemeente Opsterland, rechts van Bakkeveen.
Toegankelijkheid
Vrij toegankelijk op wandel- en fietspaden.
Links
rendierjagers